Het onderdeel Trap lijkt het meest op de vorm van duiven schieten zoals die in de vorige eeuw werd beoefend. Bij Trap staan in een zogenaamde “trap put”, vijftien afzonderlijke werpmachines naast elkaar opgesteld. De schutter staat op wisselende posities achter de trap put en schiet op kleiduiven welke qua snelheid, richting en volgorde willekeurig van hem af worden geworpen. De schutter weet niet van tevoren waar de duif uitkomt en welke richting hij opgaat. Daarbij moet de schutter schieten vanaf vijf (5) naast elkaar liggende posten, recht tegenover de Trap put.
De machines werpen de kleiduiven onder verschillende hoeken, met verschillende snelheden en in willekeurige volgorde. De schutter mag geschouderd afroepen.
Ook hier worden er rondes van 25 duiven geschoten.
Bij Trap worden de duiven vrijgegeven, zodra de schutter een duif afroept.